Barmsijs

Je kunt barmsijzen goed in een gezelschapsvoliere houden. De vogels zijn totaal niet moeilijk en kunnen goed overweg met andere vogels. Het is aan te raden om een volière met deze vogels te plaatsen op een beschutte plaats. Is dit niet mogelijk, dan kun je ervoor kiezen om een binnenhok te maken, zodat de barmsijzen zich hier ’s nachts en ’s winters in kunnen terugtrekken.

Een barmsijs eet graag van wildzangzaad, ook onkruidzaden, graszaden, paardebloemzaden, eivoer en groenvoer zijn zeer geliefd bij deze vogels. Ook maagkiezel en grit dienen, net als bij vele andere zangvogels, altijd ter beschikking te staan.

Het is gemakkelijk om het verschil tussen man en pop te herkennen. Het mannetje heeft een rode borst en wangen waar het popje dit niet heeft. Ook heeft het popje veel minder kleur.

Wanneer je wilt kweken met barmsijzen is het aan te raden om broedkooien te gebruiken. Een goed begroeide volière is ook afdoende. De vogels maken in het laatste geval vaak zelf een nest in een struik. Leg voldoende hooi, stro, mos, gras, veertjes etc. in het hok om het bouwproces te versnellen. Het vrouwtje legt gemiddeld zo’n 5 eieren die na 2 weken uitkomen. De jongen houden veel van levende insecten, zorg er dus voor dat deze voldoende aanwezig zijn in de volière of broedkooi. De vogels houden tevens van spinnen, bladluis en Buffalo wormen.

Een barmsijs heeft een goed begroeide volière nodig.