Beo

Beo’s hebben een warme temperatuur nodig om goed te kunnen leven. Daarom is een buitenvolière vaak niet voldoende. Een binnenvolière of een groot hok is wel mogelijk. Beo’s maken erg veel rommel, ze gooien hun voedsel overal heen. Ook voeder- en waterbakken zijn niet veilig. Bevestig deze dus goed, want de beo is sterker dan dat je denkt. Plaats enkele stokken in de binnenvoliere of hok, maar niet teveel. Beo’s houden er namelijk van om veel te kunnen bewegen. Houd er tevens rekening mee dat de ontlasting van beo’s erg kan stinken.

De vogels eten voornamelijk vruchten, buffalo wormen en meelwormen. De vogels lusten zelfs kwark, hondenvlokken en insectenvoermengsel. In de winkel en op het internet is er speciaal voer verkrijgbaar, dit zijn beoparels. Het is goed om dit voer af te wisselen met de vruchten en insecten die hierboven genoemd zijn.

Een mannetje en een popje zijn erg lastig te herkennen. Sterker nog, het verschil is niet te zien.

Beo’s zijn geen makkelijke vogels om te kweken. De vogels moeten namelijk ook echt met elkaar overweg kunnen. Kunnen ze dat niet, dan komen er simpelweg geen eieren. De vogels leggen hun eieren in broedblokken, Deze dienen best groot te zijn omdat het ook grote vogels te zijn. Probeer een broedblok van zo’n 50 x 50 x 50 cm aan te houden. De beo’s vullen zelf het broedblok aan met bladeren, takjes, mos en veren. Het vrouwtje legt gemiddeld twee eieren en deze komen na ongeveer twee weken uit. De kleine beo’s blijven nog een maand bij de ouders, waarna ze vervolgens zelfstandig verder kunnen gaan.

De ontlasting van de beo kan enorm stinken.