Heggenmus

Omdat deze mussen van oorsprong ook in Nederland voorkomen vormt het voor hen geen enkel probleem om hier koude winters te overleven. Wel dienen ze een vorstvrij nachthok te hebben zodat ze zich altijd even terug kunnen trekken, mocht het toch te koud worden. Ze zijn nooit agressief jegens medebewoners en zijn aanwezig in alle lagen van de volière. De vogels houden van voldoende planten en takken, zorg er dus voor dat deze ook aanwezig zijn in de volière.

Deze vogels houden enorm van insecten, zaden en bessen. In de volière kun je ze gewoon een zaadmengsel voor wildzangvogels geven. Dit kun je aanvullen met insectenpaté. Ook groenvoer, onkruidzaden, maagkiezel en grit dienen aanwezig te zijn in de volière. Natuurlijk is schoon drinkwater ook essentieel.

Het mannetje en het popje zijn qua uiterlijk niet van elkaar te onderscheiden. Wel zingt, tijdens het paarseizoen, het mannetje voor het popje.

In de natuur heeft een vrouwtje vaak twee mannetjes, die ieder meehelpen bij het opvoeden van de jongen. In de volière is dit niet altijd mogelijk, dus is er gewoon een normale koppelvorming. Ze leggen hun eieren het liefst in een nestkastje of in een dichte struik. Het nestkastje vullen ze zelf aan met mos, veren, gras, kokosvezel etc. De 5-6 eieren komen binnen twee weken uit en de jongen vliegen na iets meer dan twee weken uit. De heggenmus legt vaak meerdere keren per jaar eieren.

De heggenmus is een sociale vogel, andere vogels hebben geen last van deze vogel.