Bijna iedereen heeft wel eens een huismus gezien. Ze zijn klein en zijn overal waar mensen te vinden zijn. Ze weten zelf ook, daar waar mensen zijn is eten te vinden. De vogels zijn bruin van kleur, het mannetje heeft meer verschillende kleuren dan het vrouwtje. Ook het gezang van de vogels is zeer bekend.
De huismus wordt niet vaak in een volière gezien. Veel mensen zien ze al vaak genoeg de laatste jaren. Mocht je er toch voor kiezen om deze vogels in je volière te houden, zorg er dan voor dat de volière op een beschutte plaats staat. Zorg tevens voor een flinke begroeiing. De huismus houdt hiervan. De huismussen kunnen de winterse omstandigheden van ons land wel aan, maar het is wel raadzaam om toch een tocht- en vorstvrij binnenhok te plaatsen. Zo kunnen ze zich altijd even terugtrekken mocht het toch te koud worden. Het zijn bewegelijke en onrustige vogels die goed met andere vogels overweg kunnen. Toch kunnen ze tijdens het broedseizoen wel agressief zijn jegens andere soorten. Het is aan te raden om ze dan tijdelijk in een ander hok te plaatsen.
Een zaadmengsel voor wildzangvogels is voor huismussen voldoende. Hier smullen ze van. Je kunt eventueel insectenpaté toevoegen. Ook paardenbloemknoppen, bessen, groenvoer, kiemzaad, brood, meelwormen en universeelvoer worden erg door de vogels gewaardeerd. Zorg er tevens voor dat er altijd maagkiezel en grit aanwezig is. Natuurlijk dient er ook water aanwezig te zijn.
Het popje is bijna geheel grijs, waar het mannetje dit niet is. Het mannetje is mooier, deze heeft namelijk een kastanjebruine kop en een zwarte vlek op de kin. Ook is de rug van het mannetje bruinachtig van kleur.
De huismussen bouwen graag hun nest op een beschutte plaats. Het liefst in een struik of onder dakpannen. Een gesloten nestkast wordt ook gewaardeerd. De mussen bouwen het nest verder zelf, dit doen ze met kokosvezels, mos, veertjes, grasstengels etc. Enkele dagen nadat het nest is voltooid, worden de eerste eieren gelegd. Vaak betreft het zo’n zes eieren. Deze worden binnen twee weken uitgebroed. Weer twee weken later vliegen de jongen uit. Zorg bij jongen altijd voor genoeg meelwormen, bladluis, Buffalo wormen en fruitvliegjes. Dit is essentieel voor de kleine vogels.
Er zijn al vele mutaties van de huismus ontstaan, zo zijn ze ze al in de volgende kleuren: roodbruin, isabel, satinet, albino en in het wit.