Kanarie

De kanarie wordt door vele volièrehouders enorm gewaardeerd. Ze zijn makkelijk, vriendelijk tegenover andere vogels en zijn nooit agressief. Alleen tijdens het paarseizoen kunnen de mannetjes met elkaar gaan lopen vechten om een vrouwtje. Zet dus niet meerdere mannetjes bij elkaar. De vogels hebben niet veel begroeiing nodig. Zitstokken worden wel gewaardeerd.

Zorg er alleen voor dat deze zitstokken niet van ijzer zijn, anders kunnen de kanaries hier aan vastvriezen in de winter. Het is ook raadzaam om een vorst- en tochtvrij nachthok te realiseren. Zo kunnen deze vogels zich altijd terugtrekken als het toch even te koud wordt.

Er zijn voor kanaries speciale zaadmengsels beschikbaar. Deze zijn gewoon verkrijgbaar op het internet of in de winkel. Toch dien je deze aan te vullen met kalk en vitaminen. Voeg eivoer, onkruidzaden, groente en fruit toe aan het zaadmengsel. Geef nooit avocado, de vogels kunnen hier dood van gaan.

Maagkiezel en grit dienen altijd aanwezig te zijn in de volière. Dit zorgt ervoor dat de zaden in de maag van de kanarie goed worden afgebroken. Zorg tevens voor schoon drinkwater.

Het is enorm lastig om het verschil tussen het mannetje en het vrouwtje te constateren. De popjes zijn vaak ietwat matter van kleur, maar er zijn uitzonderingen. Het mannetje fluit volop, het vrouwtje doet dit af en toe.

Omdat het moeilijk is om het verschil tussen het mannetje en het popje te zien, kan het lastig zijn om kanaries te kweken. Wanneer het wel een paar betreft, broeden ze het liefst in een open nestkastje of in een korfje. Het popje legt zo’n vijf tot zes eieren en broedt deze binnen twee weken uit. Zorg altijd voor voldoende eivoer als de jongen geboren zijn. Twee weken na het uitkomen, verlaten de jongen het nest. Het mannetje voert ze tijdens de periode er na nog tijdelijk.

Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is enorm lastig te zien bij de kanarie.