De vogels worden snel herkend door de vreemde snavel. De vogels hebben namelijk een soort kruis op de voorkant van de snavel. Daarnaast is het mannetje overwegend rood met een wit gestreepte buik, zwarte staart en vleugels. Het vrouwtje heeft een geelachtige stuit op het onderlijf en een olijfgroene bovenzijde.
Zoals eerder vermeld, wordt de kruisbek niet vaak in volières gehouden. De vogels bijten namelijk alles kapot. Vele houten voorwerpen zijn niet veilig. Zelfs nestkastjes niet. Mocht je toch besluiten om ze te houden, dan is het raadzaam om een vorst- en tochtvrij nachtverblijf te realiseren. De vogels zijn verder heel makkelijk, het is dus alleen raadzaam geen houten voorwerpen in de volière te plaatsen. Wel houden ze van veel begroeiing.
Kruisbekken zijn echte zadeneters. Je dient ze een zaadmengsel voor Europese cultuurvogels(Wildzangzaad) te geven. Dit dien je aan te vullen met onkruidzaad, paardenbloemknoppen, graszaden, bessen, groenvoer, kiemzaad en eivoer. Maagkiezel en grit dienen ook altijd aanwezig te zijn. Wanneer er jongen zijn dien je meelwormen, Buffalo wormen en fruitvliegjes toe te voegen aan het voedsel. Dit is essentieel voor het opgroeien van de jongen.
Het vrouwtje heeft minder kleur dan het mannetje. Het vrouwtje heeft namelijk een olijfgroene bovenkant en een geelachtige stuit op het onderlijf. Het mannetje daarentegen is overwegend rood van kleur en heeft zwarte vleugels, een zwarte staart en een wit gestreepte buik.
Een nestkast is voldoende voor de kruisbek, alleen dient deze niet van hout te zijn, anders zullen ze deze snel kapot bijten. Ze vullen dit zelf aan met kokosvezel, veren, mos, gras, sisaltouw etc, mits aanwezig. Het vrouwtje legt ongeveer 4 grijsblauwachtige eieren die in ongeveer 2 weken worden uitgebroed. De jongen vliegen na 3 weken uit.
De kruisbek krijgt snel last van schurft aan de poten, gebruik antiluchtpijpmijt om dit te voorkomen.
