Roodvleugelparkiet

De vogels houden enorm van vliegen, zorg dus ook voor een grote volière. Tevens kun je ze niet samen houden met meerdere koppels, dit kan tot agressiviteit houden. Een enkel koppeltje is het limiet. Vooral tijdens de broedperiode zijn de mannetjes erg agressief. De roodvleugelparkiet is geen echte sloper, begroeiing is dus zeker mogelijk. Op de bodem van de volière zullen ze bijna nooit komen.

Ze kunnen prima overleven in ons klimaat, verwarming is niet nodig. Wel is een tocht- en vorstvrij binnenhok aan te raden, zodat ze zich te allen tijde even terug kunnen trekken mocht het toch te koud worden.

Een zaadmengsel voor grote parkieten is een goede basis voor deze vogels. Dit dien je echter wel aan te vullen met krachtvoer, bessen en wat fruit. Natuurlijk dienen ook maagkiezel en grit aanwezig te zijn. Dit zorgt ervoor dat de zaden goed afgebroken kunnen worden in de magen van de vogels.

De mannetjes hebben duidelijk fellere kleuren dan het popje. Vooral de kop van het mannetje is beduidend groener van kleur en tevens hebben ze meer rode accenten op de vleugels.

Kweken is niet eenvoudig. De mannetjes en vrouwtjes zijn net als mensen behoorlijk kieskeurig. Hebben ze elkaar toch gevonden, dan blijven ze meestal wel voor altijd samen. De vogels hebben het liefst een uitgeholde boomstam als broedgelegenheid. Ze vullen dit trouwens niet zelf aan met nestmateriaal als sisaltouw, zaagsel, veren of mos. Ze gaan meteen over tot broeden. Het popje legt zo’n 3 eieren welke na iets minder dan 3 weken uitkomen. Een maand later vliegen deze prachtige vogels uit. Dit is echt enorm leuk om te zien en dit is ook wat mij als vogelkweker zo aanspreekt. Overigens worden ze nog ongeveer een maand doorgevoerd door de ouders na het uitvliegen. Wanneer dit proces voltooid is en ze voor zichzelf kunnen zorgen, kun je de jongen uit de volière halen.

De roodvleugelparkiet is zeer kieskeurig wat betreft partner.