Rosella

Rosella’s kunnen behoorlijk agressief zijn jegens soortgenoten. Raadzaam is dus om goed op te letten of de koppels elkaar kunnen verdragen. Ook als het lijkt alsof ze elkaar kunnen verdragen dien je zeker nog een lange tijd op te letten of het wel goed tussen de vogels gaat. Wanneer ze namelijk eenmaal ruzie krijgen vallen er al snel doden. Het kan erg snel gaan bij een gevecht tussen rosella’s.

De rosella kan prima in ons klimaat overleven. Een vorst- en tochtvrij binnenhok is echter wel aan te raden zodat ze zich altijd even terug kunnen trekken.

Een zaadmengsel voor grote parkieten is een prima basis. Dit dient echter wel aangevuld te worden met vruchten en onkruidzaden. Ook dierlijke eiwitten dienen volop verstrekt te worden, helemaal wanneer er jongen zijn, anders bestaat de kans dat ze de jongen in de steek laten (!). Je kunt bijvoorbeeld meelwormen, maden toevoegen.

Het vrouwtje (pop) heeft een mattere kleur dan het mannetje. Ook heeft het popje een kleinere snavel en is de kop vaak kleiner. Ook hebben de poppen grijze veertjes rondom de ogen, die bij de mannen ontbreken.

Het popje legt gemiddeld zo’n 5 eieren, welke binnen 3 weken uitgebroed worden. Ze broeden maximaal twee keer per jaar. De eieren kunnen ze werkelijk overal neerleggen, in boomholtes, nestkasten en soms op de grond. Dit vullen ze zelf verder aan met rottend hout of turf.

De rosella kan erg lastig zijn, als ze een soortgenoot niet mogen, vermoorden ze deze al snel.